Regelmatig vragen mensen haar of ze het niet moeilijk vindt om alleen te reizen – Renée verloor vorig jaar haar man – maar ze is nog altijd gek op het camperleven en bang is ze met haar trouwe viervoeter aan haar zijde eigenlijk ook nooit. Na een reis door Afrika was ze om: die camper moest er komen. Nu hoopt ze binnenkort met haar Citroën Jumpy de mooie Europese reizen die ze in de afgelopen zeven jaar al met haar camper maakte te kunnen vervolgen, al is ze in Nederland ook helemaal op haar plek. Als haar barbecue en kunststof kleedje maar mee mogen. Vijf vragen aan camperliefhebster Renée!
Wanneer werd jij verliefd op het camperleven?
‘Ik ben opgegroeid in een gezin met een voorliefde voor kamperen. Als klein meisje namen mijn ouders mij al mee op kampeervakanties. Op mijn vijfde ruilden ze de vouwwagen in voor een heuse vouwcaravan. Dat was een bijzonder ding. Het dak en de wanden gingen middels een accu omhoog, heel vernuftig. Ik weet nog hoeveel bekijks we altijd trokken als we ergens aankwamen. Ook toen ik zelf moeder werd ging ik graag met mijn dochter tentkamperen.
Na een tijdje kreeg ik behoefte aan een beter bed en gingen we op zoek naar een camper. Dat bleek nog best een ingewikkelde zoektocht. Met een te grote camper kun je niet al die leuke, kleine Italiaanse dorpjes in en aan een kleiner exemplaar heb je dan weer niet zoveel. Het plan belandde in de ijskast.
Toen ik in 2013 met een collega afreisde naar Afrika werd de kampeerliefde opnieuw aangewakkerd. Met een Toyata Hillux – een stoere pick-up – met daktent reden we door indrukwekkende Afrikaanse landschappen. De keuken was een plank aan de zijkant van de auto waarop we op één pitje kookten en de douche een waterzak die we in de boom hingen. Na die maand in Afrika was ik om. Ik genoot zo van het buiten zijn, van het proces van over de motorkap naar beneden klimmen na een koude nacht, van de zon die door het mistige landschap de aarde probeerde te verwarmen, van het koken op houtvuur en van het simpele, overzichtelijke leven. Terug in Nederland ging ik daarom toch weer op zoek naar een camper. Ik vond mijn Citroën Jumpy: een klein rood busje met een koelkastje, een wasbak, twee gaspitten, een achterbank die je kunt transformeren tot bed en wat opbergruimte. Ik parkeer, klap het dak omhoog, schuif m’n luifel uit en ik ben op vakantie. Dat is toch rijkdom?’
Wat is de mooiste plek waar je ooit overnacht hebt?
‘Het Malawimeer – waar ik tijdens die Afrikareis kampeerde – staat op één, maar een goede tweede is een prachtige plek op Corsica waar we eens overnachtten. We parkeerden de bus boven op een berg, met magnifiek uitzicht over de bossen en de Middellandse zee. Je kon de zon in de zee zien zakken vanaf je stoeltje, magisch vond ik dat. Maar ook in Tsjechië hebben we op fantastisch mooie plekken gestaan. Dat is het he? Je kunt het zo mooi maken als je zelf wilt. Zolang ik maar niet op een bomvolle camping tussen dertig andere campers hoef te staan ben ik al snel tevreden.’
Welke bestemming staat bovenaan je verlanglijstje?
‘Ik zou heel graag in de voetsporen van mijn ouders willen treden. In 1955 reisden zij in vijftien dagen met een auto en een tent door Duitsland, Oostenrijk, Italië en Zuid-Frankrijk. Dat moet toch heel wat geweest zijn in die tijd. Ze hebben al hun activiteiten minutieus beschreven: waar ze koffie dronken, wat ze aten, waar ze onderweg stopten om te zwemmen en waar ze sliepen. Ik heb de reis uitgezet in Google Maps en kan niet wachten om deze zelf te maken. Ik stel het, mede door corona, uit tot 2025; dan is het precies 70 jaar geleden dat zij die reis maakten. Dit jaar ga ik provincie-dob- belen: mijn kaart van Nederland heeft de provincies genummerd en ik laat een dobbelsteen bepalen waar ik heen ga. Als het allemaal weer mogelijk is wil ik een jaar op pad met een grotere camper met douche en wc. Naar Noorwegen, of naar Bulgarije om kinderen in weeshuizen te helpen.’
Welk item is voor jou onmisbaar in de camper?
‘Ik denk dat ik eigenlijk alles wel kan missen, maar wat ik erg handig vind is mijn opvouwbare barbecue waar ik ook houtblokjes in kan stoken als het koud is. Heerlijk zo’n vuurtje! En ik ben ook wel gek op het kunststof kleed dat altijd voor m’n deur ligt zodat ik niet met blote pootjes in de blubber hoef te stappen. En de luifel natuurlijk, omdat de bus niet zo groot is zit ik altijd buiten. De luifel houdt me droog.’
Wat is jouw favoriete camperritueel?
‘Het dak uitklappen, m’n kunststof kleedje neerleggen, stoeltje en tafeltje klaarzetten, flesje wijn uit de koelkast halen en dan gewoon genieten van het uitzicht.’
JOIN THE VANLIFE COMMUNITY!
Meld je, via de knop hieronder, aan voor onze vaNLife updates en ontvang elke maand camper inspiratie, de laatste nieuwtjes, unieke aanbiedingen en handige vanlife tips in je mailbox!